Theo Majofski
Quick Facts
Biography
Theodorus Johannes (Theo) Majofski (Leiden, 16 juli 1770 – Amsterdam, 22 februari 1836) was een Nederlands toneelspeler, zanger en directur.
Theo Majofski werd geboren binnen het gezin van een Pools-Litouwse vader Josephus en een Nederlandse moeder. Vader vluchtte rond 1740 in verband met schermutselingen in het oosten van Polen in de tijd van leider Stanislaus Leszczyński. Hij leerde in Nederland de Leidse Maria Ravens kennen en hun zoon werd in Leiden geboren. Hijzelf huwde in 1791 Johanna Adams, actrice/zangeres uit het toneelgezelschap van Johannes Adams. Het werd een kinderrijk gezin, waarin diverse kinderen op jonge leeftijd overleden. Andere stapten in de voetsporen van hun vader:
- Louiza Johanna, werd actrice
- Jacoba Maria Mojofski, werd actrice onder de naam Koosje Naret Koning
- Annemie, huwde fluitist Pieter Wilhelm Dahmen, en werd actrice.
Hij was aangesloten bij de Loge van vrijmetselaars en de loge La Bien Aimée.
Reeds op jonge leeftijd sloot Theo Majofski zich aan bij rondreizende toneelgezelschappen. Hij was verbonden aan gezelschappen van Willem van Dinsen en diens vrouw Catharina Kraijesteijn en dat van Johannes Adams. Zijn toneeldebuut in Amsterdam vond in 1791 plaats in de Amsterdamsche Schouwburg aan het Leidseplein. Een vervolgrol bleef uit. Theo’s vriend Andries Snoek richtte in 1792 het gezelschap "Nederduitsche Tooneelisten" op voor voorstellingen in Rotterdam en Majofski sloot zich met zijn vrouw en haar halfzuster daarbij aan. Men wilde als vaste theater de schouwburg in Rotterdam, maar die ging in februari 1793 dicht als gevolg van de oorlogsverklaring van Frankrijk. Het werd voortgezet als een rondreizend theatergezelschap dat steden in de Nederlanden aandeed. Er zijn uitvoeringen bekend in Breda, Brugge en Gent. In 1795 kon het gezelschap weer aanspraak maken op een vast theater (diezelfde schouwburg in Amsterdam), maar wilde toen een herstart in Rotterdam. Rotterdam koos echter voor de concurrent. Majofski dreigde financieel aan de grond te raken en spelers moesten wachten op betaling. Waarschijnlijk op aanspraak van Andries Snoek, inmiddels getrouwd met Maria Hendrika Adams, de halfzuster van Johanna Adams, kreeg hij toch uiteindelijk een vaste aanstelling bij de Amsterdamse schouwburg. In 1881, toen de financiën van het theater desastreus waren, deed de gemeente Amsterdam het theater van de hand. Majofski, Andries Snoek en Johanna Wattier namen de leiding zelf ter hand, totdat in 1820 de gemeente het theater weer zelf ij beheer nam. In verband met de gewijzigde politieke situatie in Nederland moest ook de naam van het gezelschap aangepast worden: Koninklijke Toneellisten van de Hollandsche Schouwburg (1807). Het repertoire wijzigde navenant van Duits naar Frans. Majofksi’s eind kwam tijdens een toneelvoorstelling van Ze is krankzinning van Anne Honoré Jospeh Duveynier. Hij kreeg een beroerte tijdens de avondvoorstelling, men probeerde hem nog off-stage te reanimeren door een aderlating, maar hij zeeg ineen: "Mijn God, wees mijne ziel genadig!" uitend.
Hij kreeg lovende kritieken vanwege zijn natuurlijke spel in zowel komedies en tragedies. Tegelijkertijd was er steevast kritiek; hij was weinig rolvast, hij vergat nog weleens teksten of bracht zijn rol atypisch in beeld.
Enkele toneelstukken en opera’s waarin hij speelde:
- abt in L'Abbé de l'Epée van Jean-Nicolas Bouilly
- Orgon in Tartuffe van Molière
- Odoardo Galotti in Emilia Galotti van Gotthold Epharim Lessing
- Gozewijn en Thomasvaer in Gijsbrecht van Aemstel van Joost van den Vondel
- De bruiloft van Kloris en Roosje van Dirck Buysero
- Papageno en Sarastro in Die Zauberflöte van Wolfgang Amadeus Mozart
- Bartolo in Il barbiere di Siviglia van Gioacchino Rossini