Jos De Saeger
Quick Facts
Biography
Jozef (Jos) De Saeger (Boom, 3 augustus 1911 – Mechelen, 7 april 1998) was een Belgisch politicus voor de CVP.
Levensloop
Jos De Saeger was de oudste zoon in een kroostrijk gezin. Zijn vader was aannemer-timmerman. Hij doorliep zijn secundaire onderwijs in de richting 'bouwkunde' aan de Provinciale Technische Scholen (PTS) te Boom. Hierop aansluitend studeerde hij voor architect-landmeter in het hoger technisch onderwijs aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen. Na zijn studies werd hij accountant. Tevens werd hij atief bij de KAJ, waar hij van 1932 tot 1936 propagandist en schatbewaarder was. Vanaf 1937 was hij initiatiefnemer en nationaal leider bij het Jeugdfront, een organisatie gelieerd aan de Katholieke Vlaamse Volkspartij (KVV).
Na de Tweede Wereldoorlog deed hij in 1946 zijn intrede in de lokale politiek als gemeenteraadslid te Mechelen. Op 26 juni 1949 werd hij daarnaast Volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Mechelen, een mandaat dat hij zou bekleden tot 10 maart 1974. Van 1958 tot 1965 werd hij aangesteld als schepen te Mechelen en van mei 1961 tot augustus 1965 was hij tevens dienstdoende burgemeester, terwijl burgemeester Antoon Spinoy minister was. In 1961 werd hij verkozen tot voorzitter van de Vlaamse partijvleugel en eerste ondervoorzitter van de CVP onder voorzitter Paul Vanden Boeynants. Gedurende jaren was hij betrokken bij de communautaire discussies. In oktober 1961 stapte hij mee op tijdens de Eerste Mars op Brussel. Tijdens de besprekingen van Hertoginnedal in juli 1963 over het bestuurlijk taalgebruik in de Brusselse randgemeenten, was De Saeger de enige die zich (vruchteloos) verzette tegen de creatie van zes faciliteitengemeenten. Hij nam hierop ontslag als ondervoorzitter, maar bleef lid partijbestuur. Hij oefende verder een grote invloed uit over de gewestvorming.
Als minister van openbare werken van 1965 tot 1973 (regeringen Harmel, Vanden Boeynants I en Eyskens V) gaf hij een belangrijke impuls aan de wegenbouw en stimuleerde hij de uitbouw van de havens van Antwerpen, Gent en vooral Zeebrugge. In de regeringen Leburton I en II en Tindemans I (1973-1977) was hij minister van Volksgezondheid (januari 1973-1977), Leefmilieu (januari 1973-1974) en Gezin (oktober 1973-1977). Hij moderniseerde de Commissies van Openbare Onderstand (COO), die hij een nieuwe naam gaf, de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW). Het bestaansminimum was ook zijn initiatief. In de periode december 1971-maart 1974 had hij als gevolg van het toen bestaande dubbelmandaat ook korte tijd zitting in de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, die op 7 december 1971 werd geïnstalleerd en de verre voorloper is van het Vlaams Parlement.
Na zijn vertrek uit de actieve politiek, werd hij lid van de Algemene Raad en voorzitter (1977-1982) van de Caritas Confederatie van Instellingen (CCI).
Op 4 oktober 1978 werd hij benoemd tot minister van Staat.
Voorzitter van de Vlaamse vleugel van de CVP 1961 - 1963 | ||
Voorganger: Antoon Spinoy | Waarnemend burgemeester van Mechelen 1961 - 1965 | Opvolger: Antoon Spinoy |
Voorganger: Georges Bohy | Minister van Openbare Werken 1965 - 1973 | Opvolger: Alfred Califice |
Voorganger: Léon Servais | Minister van Volksgezondheid en Gezin 1973 - 1977 | Opvolger: Luc Dhoore |
Voorganger: / | Minister van Milieu 1973 - 1974 | Opvolger: Karel Poma |