Robert de Roos
Quick Facts
Biography
Robert de Roos (Den Haag, 10 maart 1907 - aldaar, 18 maart 1976), was een Nederlandse componist.
Levensloop
Robert de Roos werd geboren in Den Haag en groeide op in Voorburg. Zijn vader Jacques de Roos was advocaat en criminoloog en zijn moeder Helena Posthumus was toneel- en cultuurdeskundige van Joodse afkomst. Robert en zijn oudere zus Elisabeth de Roos genoten een voor die tijd vrije opvoeding, waarin veel ruimte was voor culturele activiteiten. Waar Elisabeth ('Bep') een voorkeur ontwikkelde voor theater, had Robert ('Bob') een voorkeur voor muziek. Hij begon al vroeg te componeren.
Volgens een anekdote toonde de 15-jarige Bob de Roos in 1922 zijn eerste compositie aan Darius Milhaud, toen die in Den Haag op bezoek was. "Onthoud die naam", zei de beroemde Franse componist. De Roos droeg in 1924 zijn eerste sonatine voor piano aan hem op. Hij studeerde van 1923 tot 1926 aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag de vakken piano, viool, altviool en compositie, dat laatste bij Johan Wagenaar. Hij was vanaf 1926 in Parijs privéleerling van Milhaud en ook van Charles Koechlin, Roland Manuel en Pierre Monteux, aan wie hij in 1930 zijn Mouvement symphonique opdroeg. Monteux voerde die in 1931 uit met het Concertgebouworkest. Na zijn terugkeer uit Parijs in 1934 heeft De Roos lessen gevolgd bij Sem Dresden en later nog bij de Duitse dirigent Hermann Scherchen, een voorvechter van eigentijdse muziek. Doordat zijn zuster Bep trouwde met E. du Perron raakte hij bevriend met hem en met andere auteurs van Forum, onder wie Menno ter Braak.
De Roos trouwde met Christa von Falkenhayn, kleindochter van Erich von Falkenhayn, Duits generaal in de Eerste Wereldoorlog. Ook haar vader was generaal. Door dit huwelijk werd hij als half-Jood gevrijwaard van deportatie tijdens de Tweede Wereldoorlog, al moest hij er zijn genealogie enigszins voor ombuigen. Noodgedwongen nam hij een dubbele positie in. Hij onderhield contacten met het verzet en werd in 1944 een week door de Duitse bezetters vastgehouden in de Scheveningse gevangenis. Aan de andere kant kon hij zelfs lid worden van de Nederlandsche Kultuurkamer, al speelde hij daar geen actieve rol. Zijn werk mocht in de oorlogsjaren, na aanvankelijke problemen, worden uitgevoerd en hij kreeg diverse compositieopdrachten.
Robert de Roos heeft zijn muzikale werkzaamheden altijd gecombineerd met ander werk. Vanaf 1935 was hij redactiesecretaris van Cobouw, het vakblad voor de bouwwereld, maar na de bevrijding speelde zijn maatschappelijke loopbaan zich van 1946 tot 1973 af in de diplomatie. Hij was cultureel attaché en ambassaderaad voor culturele zaken op de Nederlandse ambassades in Parijs, Caracas, Londen en Buenos Aires. Hij speelde een rol in de oprichting van het Institut Néerlandais in Parijs in 1956. Aan het eind van zijn diplomatieke loopbaan was hij hoofd van het Nederlands Informatie Bureau voor Latijns-Amerika.
Daarnaast bleef hij zeer actief als componist. Op zijn naam staan meer dan honderd werken. Zijn orkestwerken werden tijdens zijn leven regelmatig uitgevoerd, vooral door Willem van Otterloo met het Residentie Orkest. Na zijn dood in 1976 werden zijn composities vergeten. Dat lot onderging het werk van de meeste Nederlandse componisten van zijn generatie. Door enkele cd-opnamen, onder meer van een viertal strijkkwartetten, kwam de belangstelling voor De Roos enigszins terug. In april 2014 verscheen van Robert de Roos een biografie.
Werken
Na een vroege periode, waarin De Roos nog geen eigen muzikale persoonlijkheid had gevonden en zich sterk liet leiden door invloeden uit de Duitse en Franse muziek van zijn tijd (bijvoorbeeld van "Les Six"), ontwikkelde hij een complexe, karakteristieke stijl waarin veel gebruik wordt gemaakt van contrapunt. In een groot deel van zijn werk komen fugatische elementen voor. Hij componeerde veel voor symfonieorkest, onder meer diverse soloconcerten, en een opera in één bedrijf Die Vision. Daarnaast kamermuziek waaronder acht strijkkwartetten (het laatste onvoltooid), toneelmuziek, liederen en koorwerken. Vanaf ongeveer 1960 componeerde hij vrijwel uitsluitend atonaal. De emotionele lading die hij zijn muziek meegaf werd er niet kleiner door.