Johan Legemaate
Quick Facts
Biography
Johan Legemaate (Zierikzee, 11 november 1958) is hoogleraar gezondheidrecht bij het Amsterdam UMC en de Universiteit van Amsterdam (UvA). Zijn wetenschappelijke activiteiten bij de medische en juridische faculteiten van de UvA combineert hij met werkzaamheden als juridisch adviseur van de locatie AMC van het Amsterdam UMC.
Opleiding
Johan Legemaate volgde middelbaar onderwijs (VWO) in Terneuzen. Van 1977 tot 1982 studeerde hij rechten aan de Universiteit van Utrecht. Gedurende zijn studie heeft Legemaate als vrijwiller gewerkt in de wetswinkel in Utrecht. Tijdens de laatste jaren van deze studie werkte hij als vrijwilliger in een wetswinkel die zich richtte op het ondersteunen van psychiatrische patiënten bij schendingen van hun rechten. In 1991 promoveerde Legemaate aan de UvA op een proefschrift getiteld “De rechtspositie van vrijwillig opgenomen psychiatrische patiënten”. Zijn promotor was prof. dr. H.J.J. Leenen.
Loopbaan
Van 1982 tot 1991 werkte Legemaate als juridisch medewerker van de Stichting Patientenvertrouwenspersoon Geestelijke Gezondheidszorg in Utrecht (Stichting(PVP). Deze functie sloot goed aan bij zijn eerdere ervaringen als wetswinkelier in de psychiatrie. Na het voltooien van zijn proefschrift in 1991 stapte hij over als jurist naar de KNMG, de grootste artsenorganisatie van Nederland. Daar werkte hij met een korte onderbreking tot september 2010. Hij combineerde zijn functie bij de KNMG met universitaire aanstellingen als hoogleraar gezondheidsrecht (Universiteit van Rotterdam 1993-2002, Vrije Universiteit van Amsterdam 2005-2010). In het najaar van 2010 verliet hij de KNMG om aan de slag te gaan als voltijds hoogleraar gezondheidsrecht bij de Universiteit van Amsterdam, mede ten behoeve van het (toenmalige) AMC. Dit combineert hij met diverse nevenwerkzaamheden op het gebied van gezondheidsrecht.
Onderwijs en onderzoek
Onderwijs
Aan de juridische faculteit van de UvA is Legemaate opleidingsdirecteur van de Master Gezondheidsrecht, een van de twee masters op dit gebied in Nederland. Oorspronkelijk was deze master een track binnen de master publiekrecht. In 2019 werd deze track onder leiding van Legemaate omgevormd tot een zelfstandige master. Legemaate coördineert deze master en draagt bij aan het onderwijsprogramma. In 2015 werd Legemaate binnen de juridische faculteit verkozen tot docent van het jaar en werd hij genomineerd voor de titel van UvA-docent van het jaar. Die laatste titel ging dat jaar naar een hoogleraar van een andere faculteit.
Onderzoek
Al sinds zijn jaren aan de Erasmus Universiteit richt het wetenschappelijk onderzoek van Legemaate zich vooral op de spanning tussen de theorie van het recht en de praktijk van de gezondheidszorg. Sinds 1999 is hij betrokken geweest bij een groot aantal wetsevaluaties op dit gebied, onder meer die van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (1999), de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (2000), de Euthanasiewet (2012 en 2017) en de Wet afbreking zwangerschap (2020). Ook nam hij deel aan thematische wetsevaluaties naar zelfbeschikking in de zorg (2013), toezicht op de kwaliteit van zorg (2013) en gedwongen zorg (2014). In 2021-2022 is hij de projectleider van de evaluatie van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang.
De wetenschappelijke publicaties van Legemaate richten zich vooral op de rechten van de patiënt, de regulering van de kwaliteit van zorg en medisch handelen rond het levenseinde. Samen met Anniek de Ruijter staat Legemaate aan het hoofd van het Law Centre for Health and Life, dat eind 2020 binnen de juridische faculteit van de UvA is opgericht.
Legemaate is (co)auteur van tal van richtlijnen op het gebied van ethiek en recht in de zorg, waaronder de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie 2005, de GOMA 2010 en een handreiking over samenwerking in de zorg uit 2010. Hij was ook betrokken bij de meeste recente herziening (in 2018) van de richtlijn over hulp bij zelfdoding aan patiënten met een psychische stoornis. Legemaate is ook een van de initiatiefnemers van het OPEN-project, waarin het AUMC, de Vrije Universiteit en het Nivel samenwerken. Dit project onderhoudt een leernetwerk van ziekenhuizen, die met elkaar best practices uitwisselen over het open en eerlijk informeren van patiënten na medische incidenten en fouten.
Als deskundige op het gebied van het gezondheidsrecht geeft Legemaate regelmatig commentaar op actuele ontwikkelingen op radio of televisie, of in de schriftelijke media, over onderwerpen als levensbeeindiging bij minderjarigen, schadevergoeding na medische fouten, het gebruik van zwijgcontracten in de zorg en selectie van patiënten voor een IC-bed tijdens de coronapandemie.
In 2007 kreeg Legemaate in het kader van een door het tijdschrift Mr. uitgeroepen verkiezing door vakgenoten de Gouden Peer Gezondheidsrecht uitgereikt, als beste jurist op het terrein van het gezondheidsrecht. Legemaate is hoofdredacteur van het Handboek Gezondheidsrecht, het meest gezaghebbende handboek binnen dit vakgebied.
Nevenwerkzaamheden
Legemaate was 2004 tot 2012 voorzitter van de Vereniging voor Gezondheidsrecht. Hij maakt deel uit van de redactie van het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw is hij toezichthouder geweest bij een aantal zorginstellingen, waaronder het Jeroen Bosch Ziekenhuis en, sinds 2017, het Deventer Ziekenhuis. In dat kader maakte hij ook enkele jaren deel uit van de wetenschappelijke adviesraad van de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in de Zorg (NVTZ).
In 2012 werd Legemaate benoemd tot lid-jurist van het Centraal Tuchtcollege in de Gezondheidszorg. Ook is hij raadsheer-plaatsvervanger in de medische strafkamer van het Gerechtshof Den Bosch. Eerder maakte Legemaate deel uit van de Gezondheidsraad, de raad van advies van de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO). Daarnaast was hij lid van tal van (begeleidings)commissies, onder andere in het kader van een politiek omstreden onderzoek naar de omvang van de groep mensen die het leven wil beëindigen op grond van een voltooid leven.