Henk Pelser
Quick Facts
Biography
Henk Emile Pelser (Bandung, 17 juli 1916 - Amsterdam, 12 december 2007) was een Nederlandse internist, en verzetsstrijder in de Tweede Wereldoorlog. Hij was actief voor Het Parool en zette een ontsnappingslijn op naar Zwitserland.
Levensloop
Vroege jaren
Pelser woonde tot 1933 in Nederlands-Indië, waar zijn vader ambtenaar, elektrotechnisch ingenieur bij de telefoondienst, was. Nadat zijn vader met pensioen ging in 1933 keerde het gezin terug naar Nederland. Pelser maakte in Nederland de middelbare school af en ging medicijnen studeren aan de Gemeentelijke Universiteit in Amsterdam. Na Kristallnacht in november 1938 reisde hij op verzoek van Joodse vrienden tweemaal naar Duitsland om hun familieleden te bezoeken. Bij terugkeer naar Nederland smokkelde hij hun bezittingen het land uit (Joden mochten bij vertrek uit Duitsland namelijk maar heel weinig meenemen).
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de mobilisatieperiode werd hij ingedeeld bij de geneeskundige troepen. Tijdens de meidagen van 1940 was hij gelegerd in Amsterdam en Den Haag, maar kwam niet in actie. Als student-assistent aan de Gemeentelijke Universiteit moest Pelser in oktober 1940 de Ariërverklaring te tekenen. Hij weigerde uit principe en werd vervolgens ontslagen. Later werd Pelser ook verwijderd van de universiteit nadat hij een open brief had ondertekend waarbij rector magnificus Bernard Brouwer ervan werd beschuldigd de "academische tradities van vrijheid en verdraagzaamheid" te hebben verraden door zijn oor te veel te laten hangen naar de Duitse bezetter.
Pelser woonde sinds januari 1940 in het Nieuwe Suykerhofje aan de Prinsengracht. Hij wilde actief worden in het verzet en kwam via Lex Althoff in contact met de journalist Frans Goedhart die sinds juli 1940 de Nieuwsbrieven van Peter 't Hoen publiceerde, waarin hij ageerde tegen de nazi's. Hieruit ontstond in februari 1941 de illegale krant Het Parool. Pelser was betrokken bij de logistiek, waaronder de verspreiding van beide publicaties.
Mau en Siet Frenkel, twee Joodse vrienden van Pelser, lukte het om in augustus 1942 naar Zwitserland te ontsnappen. Pelser had hen een deel van de reis begeleid en zo ontstond het idee om een ontsnappingsroute naar Zwitserland op te zetten. Daarbij kreeg hij hulp van Mathieu Smedts, Dries Ekker en Dick van Stokkum. Het lukte om een route op te zetten waar langs een aantal mensen veilig Zwitserland bereikten. In november 1942 werd Smedts in België gearresteerd, waardoor Pelser bij de Sicherheitsdienst in beeld kwam. Desondanks zette Pelser zijn werk voort.
Pelser en Ekker begeleiden in januari 1943 een aantal vluchtelingen naar Zwitserland. Zij kwamen daar veilig aan en hadden een ontmoeting met de Nederlandse ambassadeur in Zwitserland Johan Bosch van Rosenthal. Na een maand keerden Pelser en Ekker weer terug naar Nederland op weg geholpen door ds.Willem Visser 't Hooft.
Bij een bezoek aan zijn woning in het Nieuwe Suykerhofje op 3 april 1943 werd Pelser gearresteerd door de bezetters. Een dag eerder waren Van Stokkum en Ekker al aangehouden. Pelser werd vastgezet in het Huis van Bewaring aan de Weteringschans, verhoord in de Euterpestraat door de Sicherheitsdienst en later 11 maanden in het zogeheten Oranjehotel in Scheveningen, waarvan meerdere maanden in eenzame opsluiting. Ekker wist zijn verhoorders ervan te overtuigen dat hij vooral Joden had geholpen voor geldelijk gewin. Zijn ondervragers wisten niets van Pelsers verblijf in Zwitserland en zijn activiteiten voor Het Parool, waarmee de strafmaat uiteindelijk meeviel. Pelser werd in maart 1944 door het Deutsche Obergericht in Utrecht veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden. Ekker tot 15 maanden. (Op 17 november 1943 was Mathieu Schmedts veroordeeld tot de doodstraf dat veranderd werd in Nacht und Nebel in de kampen Sonnenburg en Wolfenbüttel welke hij overleefde). Een dag later werd Pelser vrijgelaten, maar op de stoep van de gevangenis werd hij opgewacht door twee marechaussees die hem meedeelden dat hij krijgsgevangene was. Via Kamp Amersfoort kwam hij terecht in Stalag IV-B in het Duitse Mühlberg, waar hij in april 1945 door de Russen werd bevrijd en benoemd tot arts van de zieke Nederlanders.
Pelser was verloofd met de Joodse Sarah Oudkerk uit Amsterdam , die hij inmiddels twee jaar niet had gezien. Hij hoorde dat zij deel had uitgemaakt van het Verloren transport van de trein uit Bergen-Belsen en zich in Tröbitz bevond, dat slechts twintig kilometer verderop lag. Pelser vertrok per fiets naar Tröbitz en ontmoette zijn verloofde daar, samen met haar oudere zus Klara en oom Jaap aangetast door de besmettelijke vlektyfus op 17 mei 1945. (Zijn 'toekomstige' schoonvader was omgekomen in Bergen-Belsen en schoonmoeder in Tröbitz.) Met behulp van de Russen bracht hij ze naar het bevrijde Stalag IV-B op 31 mei 1945. Met Russische ambulances werden alle Nederlanders naar Leipzig gebracht op 12 juni naar een Duits noodhospitaal. Met een Amerikaanse trein, die door Pelser gevorderd werd, vertrok de groep Nederlanders naar Eindhoven waar men 18 juni 1945 aankwam en gecontroleerd werd. Gezien het gezonde niet-Joodse uiterlijk en zonder persoonsbewijs werd Sarah Oudkerk gearresteerd, omdat men niet geloofde dat ze in Bergen-Belsen geweest was. De oplossing kwam van de aanwezige arts Mau Frenkel, die haar kende. Hij regelde een drietonner om de Amsterdammers naar huis te brengen.
Naoorlogse jaren
Na de oorlog pakte Pelser zijn studie medicijnen weer op en promoveerde in 1954. Hij werkte bij het Wilhelmina Gasthuis als internist, was als medisch adviseur verbonden aan zowel de Stichting 1940-1945, als aan de Centrale Raad van Beroep. Tevens was hij lid van de Werkgroep voor psychosomatisch onderzoek in Amsterdam. Van 1960 tot 1986 was hij lid van het Curatorium van de Stichting Het Parool.
Op 16 november 1996 ontving hij van het Israëlische Holocaustcentrum Yad Vashem de eretitel Rechtvaardige onder de Volkeren.
Persoonlijk
Op 21 augustus 1945 trouwde Sarah Oudkerk met Henk Pelser en ze kregen twee kinderen.