Annie Hermes
Quick Facts
Biography
Johanna Sophia (Annie) Hermes (Hilversum, 16 september 1906 – Heemstede, 2 april 1995) was een Nederlands mezzosopraan/alt.
Ze was dochter van ambtenaar Jan Hermes en Johanna Elisabeth Gravendaal. Hun dochter bleef ongehuwd.
Ze gaf al vroeg te kennen dat ze in de muziek wilde gaan. Vader en moeder waren amateurzangers, die elkaar in een koor hadden ontmoet. Desondanks zagen haar ouders een loopbaan in de muziek als niet wenselijk. Hermes zette door en kon door een particuliere en conservatoriumbeurs naar het Amsterdams Conservatorium. Een van haar docenten was Rosa Schönberg, anderen waren Willem Smalt (piano), Anton Tierie, Sem Dresden en Hendrik Andriessen. Medestudenten aan dat conservatorium waren Willem van Otterloo en Felix de Nobel, later dirigenten van respectievelijk het Residentieorkest en het Nederlands Kamerkoor. Het was Felix de Nobel die in de crisisjaren dertig Hermes vroeg voor het door hem opgerichte Kamerkoor Pro Musica (1937), dat een jaar ondersteund werd door de VARA. Hermes was vanaf 1929 al regelmatig op de radio te horen geweest en was lid van een koor onder leiding van Frederik Roeske. Toen die omroep zich terugtrok in 1938 richtten de overgebleven zangers het Nederlands Kamerkoor op. Hermes kon tijdens de bezettingstijd in de Tweede Wereldoorlog blijven zingen als solist, dan wel als lid van genoemd koor. Tijdens de winter 1944/1945 (Hongerwinter) kwamen de optredens stil te liggen en pas in september 1945 begon het culturele leven zich te herstellen. Een flinke keelontsteking hield haar echter lange tijd aan de kant.
Noemenswaardige concerten vonden plaats op 5 mei 1947 (Bevrijdingsconcert met het Koninklijk Concertgebouworkest onder Eduard van Beinum) en september 1947 (concerten ter nagedachtenis aan de Slag om Arnhem). Ze combineerde in die jaren een carrière als soliste bij orkesten en een als recitalzangeres. Dat laatste leverde onvoldoende financiële middelen op. Het eerste bracht haar in contact met dirigenten als Otto Klemperer, Leonard Bernstein en Josef Krips. Ze zong minstens 90 keer met het Concertgebouworkest, waar ze zong onder dirigenten als Rafael Kubelik, Georg Solti (in Alphons Diepenbrocks Die Nacht), Bernard Haitink, Karl Böhm en Eugen Jochum.
In 1952 startte ze als zangdocent aan het Amsterdams Conservatorium, een functie die ze tot 1963 aanhield. Een jaar eerder ging ze als zangdocent aan de slag bij het Haags Conservatorium, waar ze tot 1972 bleef werken. Ook aan het Brabants Conservatorium in Tilburg gaf ze enige tijd les. Haar eigen zangcarrière stokte in 1964, na een ernstige bronchitis wilde haar stem in haar ogen onvoldoende herstellen; ze wilde op haar hoogtepunt stoppen.
Haar stem is bewaard gebleven in een beperkt aantal opnamen. Een bijzonderheid is dat haar stem ookte horen is op een single. Telefunken bracht een single uit met Hermes, het Koor van de Nederlandse Bachvereniging en het Residentieorkest onder leiding van Anthon van der Horst met een koraal (Befiehl du deine Wege) en twee aria’s (Buss’ und Reu en Erbarme dich mein Gott) uit de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach. In die laatste aria werd ze tevens begeleid door vioolsolist Herman Krebbers.
Voor haar werkzaamheden werd ze benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau.