Otto van Egmond

Otto van Egmond van Meresteijn (ca. 1522-9 oktober, 1586) was een bekende ridder en bestuurder in Holland ten tijde van de Opstand tegen Spanje.

Otto's vader, Adriaan van Egmond van Keenenburg was luitenant-stadhouder van Holland, een van de hoogste militaire functies binnen het graafschap Holland. Otto en graaf Lamoraal van Egmond hadden dezelfde voorvader Wouter van Egmont. Na het overlijden van zijn vader erfde Otto van Egmond in 1533 de Keenenburg. Hij trouwde in 1541 met Agnes Croesink, dochter van Jacob Croesink, heer van Benthuizen. Otto van Egmond onderscheide zich als bestuurder. Hij was van 1544 tot 1586 lid van de Staten van Holland. Hij werd als diplomaat regelmatig naar de Staten-Generaal in Brussel of in Gent gestuurd. Voor de landvoogdes Margaretha van Parma pleitte hij in 1565 tegen graanspeculatie; er dreigde honger en opstand.

In 1566 ondertekende Otto van Egmond het Smeekschrift der Edelen, maar één jaar later legde hij de nieuwe eed van trouw af op Filips II. Toch werd hij vanaf 1572 een drijvende kracht achter de Opstand tegen Spanje. Hij verloor daarmee zijn huis in Den Haag en zijn kasteel in Schipluiden. Hij woonde toen tijdelijk in Delft, dat niet door de Spanjaarden werd veroverd. Grote sommen eigen geld stak hij in de oorlog. Hij was in 1574 als hoogheemraad betrokken bij het onder water zetten van de polders in de aanloop naar het ontzetten van Leiden. Van Egmond werkte nauw samen met prins Willem van Oranje, zo tekende hij in 1577, direct naast de zegel van Prins Willem de Pacificatie van Gent. Hij werd protestant maar keurde de geuzenplunderingen af.

Na 1574 kon hij zijn kasteel in Schipluiden herstellen. In juni 1575 werd hij door de Staten van Holland benoemd tot registermeester van Holland.

In 1583 verenigde hij het grondgebied van Schipluiden en Maasland en werd er de eerste ambachtsheer. Naast het visrecht bezat hij er veel land.

Na de moord op Willem van Oranje in 1584 regelde hij met een aantal andere Statenleden de begrafenis. Zijn zoon Jacob van Egmond had de eervolle taak om in de begrafenisstoet het familiewapen van de Prins te dragen.

Tot zijn dood bleef Otto van Egmond lid van de ridderschap en registermeester van Holland.

Zijn vrouw, Agnes Croesink, stierf op 22 september 1585 en werd in de Grote Kerk te Den Haag begraven. Otto van Egmond stierf een jaar later. Hun zoon Jacob van Egmond (1545-1618) liet een grafkelder maken in de kerk van Schipluiden waar hun kisten werden bijgezet.

Wetenswaardigheden

• Vanaf 1533 beheerde Otto van Egomond de tienden rond Schipluiden en bezat hij het schoutambacht van St. Maartensrecht, het rechtsgebied waarin het kasteel Keenenburg stond.
• Sinds 1547 was hij hoogheemraad van Delfland. Hij bleef als een van de weinigen tijdens de opstand op zijn post