Johanna Carolina van der Wal

Johanna Carolina van der Wal (Semarang, 13 Januari 1852 - Weltevreden, 10 Juni 1908) adalah seorang musisi dan pianis Indo pada masa Hindia Belanda.

Pendidikan

Van der Wal mulai belajar piano pada umur 6 tahun. Pada umur 9 tahun, dia berguru pada F. Hösel, diretur kapel schutterij Semarang. Tahun 1863 dia mulai main di gedung kesenian Semarang dengan suatu komposisi oleh S. Thalberg: Fantaisie pour le piano sur des thèmes de l'opéra Moïse de G. Rossini. Kemudian Van der Wal belajar main organ (harmonium) dengan E. Schagen, organis di gereja Semarang. Dia terutama main karya Beethoven, Mozart, Bach en Händel.

Loopbaan

Van der Wal bukan saja main di organ gereja secara solois tapi juga dalam trio dan kuartet. Nadat haar vader stierf was zij genoodzaakt om met pianolessen in het levensonderhoud te voorzien; in 1870 trad ze in het huwelijk met de ingenieur van de geografische dienst F.H.C. Flory en vertrok begin 1871 voor een tweejarig verlof naar Europa. In Brussel deed Van der Wal voorstellen aan de professoren aan het conservatoire en behaalde de meestergraad in klavierspel -en onderwijs. Terug in Indië overleed in 1873 Flory; Van der Wal moest door muzieklessen en door het geven van uitvoeringen in haar eigen onderhoud voorzien; zij hertrouwde in 1878 met de heer Mulder en werkte in 1895 mee aan de concerten te Java van de pianist A. de Kontski. Hij raadde haar aan kunstreizen als klaviersoliste te ondernemen en gaf haar een vleiend getuigschrift maar Van der Wal bleef liever op Java en gaf daar concerten en uitvoeringen; de laatste twaalf jaar van haar leven was ze organist van de Nieuwe Kerk te Weltevreden. Templat:Appendix