Joannes Petrus Kleyn (Hoge Veluwe, 4 juni 1760 - Arnhem, 20 februari 1805) was naast raadsheer in de provincie Gelderland ook een dichter. Vanuit de tijd van zijn lidmaatschap van het Utrechts genootschap Dulces ante omnia Musae is het volgende gedicht bekend:
- Morgenoffer
- Welkom lieve Morgen! - met uw lichtstraal,
- Stroomt ge in aller boezem verjongde krachten;
- Aarde, lucht en zeeën herschept ge en geeft hun
- 't Leven hernieuwd weder.
- Ziet aan de oosterkimme het uchtenkrieken
- Zijne komst vermelden, en purperen kleuren
- Van den top der bergen in onze dalen
- Lachende strooijn.
- Als de neveltoppen in ligte rookstof
- Over kleine golfjes de zeee bewandlen;
- En van lieverlede de frissche dagwind
- Lugtiger voortsnelt;
- Als het dartel vischje de zon verwelkomt,
- En met kronkelsprongen den zilvren stroom krult,
- Dan de paereldropjes, die om hem glinst'ren
- Spelende na zwemt;
- Ziet de zuiderkoeltjes de velden wekken
- Hoort de wouden ruischen, de kreupelbosschen
- Lisplen! hoe in alles de stem der vreugde
- Psalmen des danks zingt.
Publicaties (selectie)
- Krijgsliederen (verschillende bundels)
- Oden en Gedichten (samen met zijn vrouw) (1785)
- Feestzang voor het derde jubel-jaar van Utrechts Hogeschool, Utrecht 1786
- Oden en gedichten gecomponeerd voor de zang en het clavier, of fluit, viool en bas, Leiden 1788
- Nagelaten gedichten, oden en eligiën, Utrecht 1809
- Kleine prozaïsche en poëtische bijdragen, Arnhem 1818