Jaap Sickenga

Jaap Sickenga (Haarlem, 14 juli 1918 - Sachsenhausen 11 mei 1942) was een Nederlands verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Sickenga was als student betrokken bij het verzet samen met zijn zuster Net Sickenga, die zich bezighield met spionageactiviteten op het militaire vliegveld van Soesterberg, waar ze vliegtuiggegevens opnam en opmetingen deed. Ook hielp ze joodse kinderen onderduiken. Zij woonden in het ouderlijk huis in Bilthoven.

Sickenga studeerde aanvankelijk in Wageningen en later Nederlandse taal- en Letterkunde in Amsterdam. Vanuit zijn zolderkamer achter de garage van het ouderlijk huis zond hij vanaf het voorjaar van 1941 berichten naar Londen via de zender die hij daarvoor van zijn vriend, de adelborst en engelandvaarder Hans Zomer, had ontvangen nadat die via parachutering uit Londen was teruggekeerd. Op 31 augustus van dat jaar werd de zender echter uitgepeild door de Gestapo. Sickenga en Zomer werden gearresteerd en naar de gevangenis het Oranjehotel in Scheveningen gezonden. Na overbrenging naar Maastricht, waar een rechtszitting volgde in het klooster der Minnebroeders, werden hij en 23 andere verzetsstrijders in april 1942 ter dood veroordeeld door een Duitse militaire rechtbank. De groep werd op 11 mei 1942 voor het vuurpeloton in Sachsenhausen geëxecuteerd.

Sickenga schreef, na zijn terdoodveroordeling door een Duitse militaire rechtbank in april 1942 in Maastricht en voor de terechtstelling op 11 mei, een gedichtenbundel in de gevangenis die hij opdroeg 'aan hen, met wie ik tezamen in Maastricht was'. Deze bundel (ISBN 907237004) werd in 1997 bij de onthulling van een plaquette in Maastricht in beperkte oplage uitgereikt aan de toen nog levende nabestaanden. Boven de namenlijst is een van de gedichten geplaatst, met de regel Ons bedreigt 'n andere dood dan 't lood.