François Antoine de Méan de Beaurieux

The basics

Quick Facts

Gender
Male
Birth1724
Death6 July 1788 (aged 64 years)
Family
Spouse:Elisabeth van Hoensbroeck-Oost
Children:Peter Karel François Antoine de Méan de Beaurieux François Antoine Marie Constantin de Méan et de Beaurieux César Constantin Maria de Méan
The details

Biography

De Méan was een Zuid-Nederlandse adellijke familie.

Geschiedenis

De familie de Méan speelde gedurende verschillende eeuwen een belangrijke rol in het prinsbisdom Luik.

In 1648 verleende keizer Ferdinand III erfelijke adel aan een de Méan. In 1694 werd de titel van baron van het Heilig Roomse Rijk verleend door keizer Leopold I aan Pierre de Mean en zijn vier broers, onder wie Karel de Méan (1604-1674), vader van Jan Ferdinand de Méan.

In 1745 verleende de keurvorst van Beieren, Maximiliaan III, de titel graaf de Méan de Beaurieux aan baron Pierre de Méan, vader van François-Antoine (hieronder).

Genealogie

  • François Antoine de Méan de Beaurieux (1724-1784) trouwde in 1752 met gravin Elisabeth de Hoensbroeck (†1782). Ze hadden drie zoons:
    • Graaf Pierre Karel François Antoine de Méan de Beaurieux (1753-1802) was keizerlijk kamerheer, burgemeester van Luik, erekanunnik van de Sint-Lambertuskathedraal. Hij was getrouwd met gravin Marie-Aloïse de Wrbna (1756-1833).
      • Graaf François Eugène de Méan de Beaurieux (Luik, 11 februari 1789 - 7 april 1876) werd kamerheer van koning Willem I en werd lid van het Belgisch Nationaal Congres en senator. In 1816, ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, werd hij erkend in de erfelijke adel met de titel graaf, overdraagbaar op alle afstammelingen en benoeming in de Ridderschap van Luik. Hij bleef vrijgezel.
    • Prins François Antoine Marie Constantin de Méan (1756-1831) werd onder het ancien régime prins-bisschop van Luik. Onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd hij primaat van de Nederlanden en nadien van België. Van 1816 tot 1819 was hij lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal. In 1816 werd hij erkend in de erfelijke adel met de titel graaf en benoemd in de Ridderschap van Luik.
    • Graaf César Constantin Maria de Méan (1759-1833) werd kanunnik van de Sint-Lambertuskathedraal, grootkanselier van de prins-bisschop, proost van de Sint-Jacobskerk en voorzitter van de Rekenkamer. In het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd hij lid van de Provinciale Staten van Luik en kamerheer van koning Willem I. In 1816 werd hij erkend in de erfelijke adel met de titel graaf en werd benoemd in de Ridderschap van Luik.

In 1876 betekende het overlijden van François Eugène de Méan het uitdoven van de familie de Méan.

Residenties

Het Hotel de Méan in Luik
  • Vanaf de 16de eeuw resideerden de Méans in het hof of kasteel in Zichen-Zussen-Bolder dat hun naam droeg.
  • In Luik bewoonden ze het weelderige Hotel de Méan.
  • In Saive stond een aanzienlijk kasteel dat als buitenverblijf voor de familie de Méan diende.

Externe links

Literatuur

  • Généalogie Méan, in: Annuaire de la noblesse de Belgique, Brussel, 1848.
  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1993, Brussel, 1993.
The contents of this page are sourced from Wikipedia article. The contents are available under the CC BY-SA 4.0 license.