Albert De Gryse

Albert Joseph Désiré Jean De Gryse (Wevelgem, 17 maart 1911 - Roeselare, 3 december 1996) was een Belgisch politicus voor de CVP, die onder meer minister was.

Levensloop

Hij was de zoon van Honoré De Gryse en Esther Van Haverbeke. Hij trouwde in 1936 met Gertrude Huys van Brugge en het echtpaar had twee zonen (Eric en Ludovic).

Zijn studies verliepen als volgt:

• Latijn-Griekse humaniora in het Sint-Amandscollege Kortrijk (1922-1928),
• filosofie aan het Kleinseminarie van Roeselare (1928-1930),
• 1930-1936: studies in de rechten KU Leuven (1930-1936),
• promotie tot doctor in de rechten en licentiaat in het notariaat.

Hij vestigde zich als advocaat bij de balie van Kortrijk. In 1969-1970 was hij er stafhouder.

Van 1946 tot 1971 was hij Kamerlid voor de CVP in het arrondissement Roeselare-Tielt, behorende tot de middenstandsvleugel in die partij. In 1954-1960 was hij lid van de Kamercommissie Grondwetsherziening en in 1958-1960 secretaris van de Kamer. Van 1966 tot 1971 was hij voorzitter van de Kamercommissie Justitie.

Hij oefende heel wat functies uit:

• 1933-1935: voorzitter van het Hoogstudentenverbond voor Katholieke Actie;
• 1935-1940: voorzitter van de middenstandsbond voor het arrondissement Kortrijk;
• 1937-1940: secretaris van het arrondissementeel bestuur van KVV-Roeselare;
• 1938-1947: voorzitter van de School voor maatschappelijke assistenten in Roeselare,;
• 1939-1947: rechtskundig bijzitter bij de werkrechtersraad in Tielt;
• 1945-: CVP-voorzitter voor Roeselare;
• 1946- : voorzitter van het NCMV-Roeselare en ondervoorzitter van het NCMV gewest Roeselare;
• 1951-1966: beheerder van de Bank van Roeselare en West-Vlaanderen;
• 1967-1984: voorzitter van de Bank van Roeselare en West-Vlaanderen;
• beheerder van de Vormingsinstituten voor KMO's in West-Vlaanderen.

Van 6 november 1958 tot 27 maart 1961 was hij minister-onderstaatssecretaris van Posterijen, Telegraaf en Telefoon.

Hij werd ook nog van 1961 tot 1972 lid van het Europees Parlement (in 1969-1970 was hij ondervoorzitter).

Hij werd op 7 december 1996 begraven, na een uitvaartdienst in de Sint-Michielskerk van Roeselare.

Literatuur

• Paul VAN MOLLE, Het Belgisch parlement, 1894-1972, Antwerpen, 1972.
• Helmut GAUS, Politiek biografisch lexicon
• Het Nieuwsblad, 5 december 1996.